Hermle gaf in het voorjaar, tijdens het jaarlijkse open huis in Gosheim (D), een kijkje in het nieuws dat de machinebouwer binnenkort op de EMO in Hannover presenteert. Het nieuws moeten we niet zoeken in nieuwe bewerkingscentra, maar in digitale bouwstenen en automatiseringsoplossingen. Hiermee breidt Hermle zijn portfolio verder uit.
Volgens Hermle dekt het machineportfolio de behoefte van de klanten zo goed als af. Dat is de reden dat er voorlopig geen nieuwe machinemodellen op de markt komen. “De laatste jaren heeft Hermle hard gewerkt aan het uitbreiden van het machineportfolio. Nu zijn we op een punt aangekomen dat er eigenlijk voor iedere toepassing wel een bewerkingscentrum beschikbaar is. Zo kan Hermle met de kleine C 12 met een bereik van 350 x 440 x 330 mm (XxYxZ) tot aan de grote C 62 met een bereik van 1.200 x 1.300 x 900 mm (XxYxZ), en alles daar tussenin, klanten altijd een optimaal bewerkingscentrum aanbieden. Omdat het machineportfolio zo compleet is, is het vanzelfsprekend dat Hermle de focus nu op optimalisering heeft gelegd”, vertelt Geert Cox, Directeur van Hermle Nederland uit Horst. Op de vraag of er geen grotere machines dan de C62 in de toekomst op de markt komen, kan Franz Xaver Bernhard, raad van bestuur bij Hermle, kort zijn. “We maken geen grotere machine met dezelfde bouwwijze als de C62, omdat het werktuigbouwkundig bijna niet kan. De C62 kan tot 3.000 kg met de draaizwenktafel in alle mogelijke hoeken manoeuvreren. Dat is bij deze bouwwijze het maximale in verband met doorbuiging. Moet je je eens voorstellen welke krachten de machinecomponenten te verduren krijgen, wanneer een werkstuk van 3.000 kg negentig graden gedraaid wordt en dan weer 180 graden de andere kant op beweegt. Ga je de massa verder verhogen dan is het niet meer mogelijk om met deze bouwwijze die hoge nauwkeurigheid te realiseren.”